Lever preparaten onder de microscoop

Datum: Augustus 2017

Inleiding:

Op 24 juni 2017 was er bij de NGVM een presentatie & workshop over de lever. Histologie dus. De data heb ik al lang geleden verzameld maar het duurde even voor ik het opgeschreven had.

Materiaal:

  • Microscoop
  • Microscoopcamera's
  • Objectglaasjes
  • Dekglaasjes
  • Spatel
  • Demi-Water
  • Microscoop prepareerset (pincet, entnaald, schaar, etc.) 
  • Isopropanol (IPA)
  • Ethanol 70%
  • (Af)spoelbakjes
  • Wasbenzine
  • Lugol
  • Natriumthiosulfaat
  • Eosine oplossing
  • Haematoxyline oplossing
  • Euparal

 

Microscoopcamera (Lucky Zoom, 5 Mp)

Eosine oplossing:
  • 0.1 g eosine Y opgelost in 100 ml gedemineraliseerd water
  • aanzuren met 1 druppel ijsazijn
Haemaluin volgens Mayer:
  • 1 g haematoxyline oplossen in 1000 ml gedemineraliseerd water
  • Voeg 200 mg natriumjodaat toe (oxidant).
  • Voeg 50 g kaliumaluin toe (beits)
  • Voeg 50 g chloraalhydraat toe (tegenwerken van verdere oxidatie)
  • Voeg 1 g citroenzuur toe ter aanzuring (pH < 3)
  • Filtreer

De oplossing is voor lange tijd bruikbaar.

Preparaten:

Fixatie:

  • Coupe van de neonatale lever van een pasgeboren hangbuikbiggetje.
    Immersie in 4% formaldehyde.
  • Coupe van een pathologische humane lever aangetast door levercirrose.
    Vermoedelijk gefixeerd in sublimaat (kwikchloride) houdende oplossing.

Uitvoering:

  • De coupes werden als paraffineblokje afgeleverd na gesneden te zijn op een sledemicrotoom met een dikte van 7 μm.
Afwerking voor beide coupes: (haematoxyline volgens Mayer tegengekleurd met eosine)
  • Deparaffineren: wasbenzine 5 min
  • Hydrateren: isopropanol (2x); ethanol 70 %; demin water 1,5 min per stap

Enkel voor de cirrose-coupe, vanwege fixatie met sublimaat (kwikchloride):

  • Lugol, 3-4 min (controle met loep tot geen zwarte puntjes meer).
  • Natriumthiosulfaat, 1 min.tot volledig wit.
  • Voorzichtig spoelen in gedemineraliseerd water

 

  • Haematoxyline: 5 min
  • Blauwen: leidingwater 5 min
  • Demi water: 1 min
  • Tegenkleuren met eosine: 3 min
  • Voorzichtig spoelen met demi water (enkel boven de coupe spuiten)
  • Differentiëren: kort in ethanol 70 % dompelen tot kernen duidelijk blauw zijn
  • Controleer met een loupe
  • Isopropanol (2x) 1,5 min per stap
  • Insluiten in Euparal

Resultaten:

Lever van het hangbuikbiggetje

 
Pathologische humane lever met levercirrose
 
Kleurlegende:
  • Levercellen: cytoplasma rose, kernen donkerblauw
  • Bindweefsel: rosé-rood
  • Rode bloedlichaampjes: rood

Discussie:

Een typische zoogdierenlever bestaat uit  lobben.

Het leverweefsel zelf is samengesteld uit leverlobjes die vijf- tot zeshoekig zijn. Deze lobjes zijn ongeveer 1 mm groot en zijn bij het varken omgeven door bindweefsel. Bij de coupes is het nog niet sterk uitgesproken, maar de positie van de lobjes kunnen uit het microscopische beeld afgeleid worden, vertrekkende van de hoekpunten.

Binnen één lobje zijn de levercellen of parenchymcellen gerangschikt in rijen van één cellaag dik die straalsgewijs naar het midden van een lobje gericht zijn. De cellen worden omgeven door sinusoïden (haarvaten van het leverparenchym).

Hierdoor stroomt bloed dat voor 75 % afkomstig is van een poortader (vene) en voor 25 % van een leverslagader. Het bloed vloeit weg via een centrale vene die zich in het midden van het lobje bevindt. Onderstaan Figuur geeft een ruimtelijk beeld en een stuk vlakke doorsnede van zo’n leverlobje.

Histologie van de lever van het hangbuikbiggetje
Voor het microscoperen is het best één leverlobje op te zoeken en dat eerst met een vergroting van 100x te bekijken (fig. 4). In het midden zien we dan de centrale vene en op één van de ‘hoekpunten’ van het lobje vinden we dicht bij elkaar een leverarterie, een poortader en een galkanaal. In de coupe zijn die niet steeds gemakkelijk te onderscheiden. Straalsgewijs naar het midden gericht zien we duidelijk de rijen parenchymcellen. We bekijken die ook eens met 200x en 400x (foto’s 5, 6, 7 en 8). Bindweefsel dat de lobjes omringt is nog in ontwikkeling, behalve in de hoekpunten van een lobje. Bij een volwassen varkenslever zijn complete septa tussen de leverlobjes aanwezig. Deze toestand lijkt merkwaardigerwijs op een zieke volwassen mensenlever met cirrose.
Een bijzonderheid in deze coupe is de aanwezigheid van enkele zones met veel rode bloedcellen buiten de bloedvaten. Dat zijn gebieden waar, bij neonatale levers, de erythropoiese of vorming van rode bloedcellen gebeurt. Bekijk vooral de verschillende doorsneden (dwars, langs…) van slagaders (arteriën), aders (venen) en galgangen. In galgangen zit uiteraard geen bloed.
Histologie van een pathologische humane lever met levercirrose
We hebben nu te maken met een pathologische (zieke) lever. Het hierboven getoonde beeld ontbreekt volkomen. Het normaal weinig aanwezige bindweefsel dat de leverlobjes omhult is nu zeer sterk uitgebreid en wordt over de ganse oppervlakte van de coupe terug gevonden als dikke vezelige banden, de bindweefselsepta. Tevens ontaarden de levercellen totdat necrose (afsterven) ervan optreedt. De levercellen worden dan knobbelvormig (nodules). Hierdoor wordt de bloed- en galhuishouding van de lever volledig verstoort De naam cirrose of cirrhosis is afgeleid van het Grieks kirrhos (of oranje kleur) die zulke levers langs de buitenkant vertonen.
Levercirrose kan het gevolg zijn van een ontsteking van het leverepitheel maar ook ten gevolge van beschadiging door toxines (alcohol, drugs…) of door een virusinfectie.

Literatuur:

  • "De ene lever is de andere niet"; Microwereld; #89 juli 2017; p. 22,23.

  • Dr. A. Schierbeek; "De Wonderwereld van het Microscoop"; van Stockum; 1946; p. 48-50.
  • Cyril Bibby; "Biologie als Hobby"; GJA Ruijs; p. 79.
  • C. van Duijn Jr; "Inleiding tot de Mikroskopische Techniek"; Kluwer; 1950; p. 157-159.
  • D. G. Mackean; "Inleiding tot de biologie"; Wolters-Noordhoff; 1969; ISBN 9001568009; p. 37,40-43.
  • Hans Schouten; "Mikroskopie voor op school en thuis"; Stichting Media Publieksvoorlichting en Onderwijs; 1987; ISBN 9072001029; p. 154-159.
  • Koninklijk Antwerps Genootschap voor Micrografie; "Microscopie als hobby"; 2013; p. 72-75,102,103.
  • Bruno P. Kremer; "Das Grosse Kosmos-Buch der Mikrokopie"; Kosmos; 2010 (2002); ISBN 9783440125335; p.213-219.

Relevante websites:

Minder relevante websites:

Opmerkingen:

  • Dekglaasjes, lever hangbuikbig: minimum 22 mm x 22 mm
  • Dekglaasje cirrosepreparaat: minimum 24 mm x 24 mm
  • I.p.v. wasbenzine kan men ook tolueen of xyleen gebruiken.
  • Het blauwen kan sneller door het preparaat omgekeerd (met de coupe naar onder) boven een geopend flesje huishoudammoniak te houden. Deze werkwijze is echter niet goed controleerbaar en leidt vaak tot overkleuring.

Achtergrondinformatie:

De lever is de grootste klier van ons spijsverteringsstelsel en werkt zowel endocrien als exocrien. Dat betekent dat er zowel stoffen worden afgegeven in de bloedbaan als in het spijsverteringsstelsel. De levercellen of hepatocyten zijn de meest veelzijdige cellen in het lichaam.
Bij een volwassen persoon kan de lever ongeveer 1.5 kg wegen hetgeen het een van de grotere organen in het lichaam maakt. 

De lever ligt rechtsboven in de buikholte naast de maag. De bovenkant ligt tegen het middenrif aan.

De lever bestaat uit twee delen, de zogenaamde linker- en rechterleverkwab. De leverkwabben zijn van elkaar gescheiden door een ligament (weefselplooi).

Per minuut stroomt er ongeveer 1,5 liter bloed door de lever heen. Via de poortader wordt het bloed aangevoerd dat afkomstig is uit de darmen en uit de milt. Dit bloed bevat voedingsstoffen die uit het voedsel zijn gehaald. De lever kan de voedingsstoffen opnemen, bewaren, omzetten en afgeven aan het bloedvatsysteem.

Een bijzondere eigenschap van de lever, is het regeneratieve vermogen. Dit betekent dat als een deel van de lever verwijderd wordt bij een operatie, dit binnen enkele weken weer vanzelf aangroeit. De lever is het enige orgaan met dit regeneratieve vermogen.

De lever heeft ook een flinke reservecapaciteit. Pas als de reservecapaciteit weg is, ontstaan er meestal klachten.

De lever speelt een rol in ruim 600 verschillende chemische processen in het lichaam. De belangrijkste processen zijn:

  • Koolhydraatstofwisseling
    In de dunne darm worden verteringsproducten van zetmeel opgenomen, zoals glucose en suikers die vervolgens  via het bloed naar de lever getransporteerd worden. Deze slaat suikers die niet direct nodig zijn, op in de levercellen. Als de behoefte van het lichaam aan suiker stijgt, geeft de lever deze suikers weer af in de bloedbaan. De lever houdt op deze manier de bloedsuikerspiegel constant.
  • Eiwitstofwisseling
    Eiwitten komen in de vorm van aminozuren aan in de lever die deze weer omzet in nieuwe eiwitten. Sommige eiwitten gaan weer het bloed in, anderen worden door de lever gebruikt weer anderen worden omgezet naar  enzymen. De gemaakte eiwitten spelen een rol bij de bloedstolling en de lichaamsafweer.
  • Vetstofwisseling
    Vetten worden in de dunne darm verteerd en daarbij omgevormd tot vetzuren. Deze vetzuren worden in de lever opgevangen en omgezet in onverzadigde vetzuren.
  • Ontgifting
    Bij de stofwisseling in het lichaam kunnen bijproducten ontstaat die voor het lichaam schadelijk zijn. Deze schadelijke bijproducten kunnen door de lever uit het bloed worden opgenomen en onschadelijk worden gemaakt. Vervolgens worden deze onschadelijk gemaakte stoffen via de gal of de urine uit het lichaam verwijderd.
  • Gal
    De lever maakt dagelijks 500-800 ml gal aan dat een belangrijke rol speelt bij de vet-spijsvertering in de darmen. Dit gal gaat na productie voor opslag naar de galblaas. De galblaas stuurt het gal door naar de darmen als daar behoefte aan is. Een teveel aan cholesterol wordt via de gal uit het lichaam verwijderd.
  • Stapeling
    De lever heeft een grote opslagcapaciteit voor allerlei verschillende voedingsstoffen zoals koolhydraten, vetten, aminozuren en bv. de vitamines A, D, E, K en B12.


14/03/2018